Mijn werkstuk

  • Linda

    Ja, ik had beloofd om het op internet te zetten als het klaar was. Daarbij moet ik dan wel zeggen dat ik hoofdstuk 2 niet heb geschreven, maar de jongen met wie ik samengewerkt heb. Ik had in het ziekenhuis gelegen, daarom had hij mijn deel ook geschreven. Het is een werkstuk over het communisme, hoofdstuk 1 was het ontstaan van het communisme, en de andere hoofdstukken hadden steeds een deel China (mijn deel), en een deel Rusland (zijn deel).

    Oh ja, hoofdstuk 5 is nog niet gecontroleerd, en ik hoop dat alles klopt want het was een heel gedoe om het te plakken!

    HOOFDSTUK 2

    China heeft lang te maken gehad met het confucianisme. Er was sprake van verschillende dynastieën. Tijdens de lange regeerperiode van de Han-dynastie

    (206 v. Chr. - 220 n. Chr.) werd het confucianisme geleidelijk aan de staatsideologie. Dit bleef zo tot 1912. Dat de meest wijze en deugdzame man de vorst moest worden, pakte in de praktijk anders uit. Er was toen sprake van erfopvolging. De oudste zoon volgde zijn vader op en indien dat niet mogelijk was, werd een ander familie lid keizer. Op deze manier werd dus iemand niet keizer op grond van wijsheid maar vanwege het geboorterecht. Zo ontstonden er dynastieën. Om deze manier van leiding geven te rechtvaardigen gebruikte ze de leer van het hemels mandaat. Volgens deze theorie was alleen de keizer vertegenwoordiger van de hemel op aarde. Als het slecht ging met China kon het volk in opstand komen omdat de vorst dan niet goed genoeg was. Er kwam dan vaak een nieuwe dynastie. Het Chinese keizerrijk bestond voor het overgrote deel uit boeren, er was sprake van meer dan negentig procent boeren. Rond deze tijd is dat nog steeds het geval.

    Mao Zedong was een groot leider en de revolutionair van China. Hij was de vader van de Chinese communistische revolutie. Mao begon zich al op een jonge leeftijd te interesseren in het Marxisme en vooral het communisme. Dit kwam vooral doordat hij uit een arm boeren gezin kwam en zag hoe goed de rijken het hadden. Hij wilde dit bestaan met grote standenverschillen niet verder meemaken en wilde er verandering in brengen. Mao werd lid van marxistische en revolutionaire studiegroepen, nam deel aan vergaderingen van de CCP, en werd later ook lid van het centraal comité van de CCP. Hij schreef verschillende rapporten over het bestaan van de boeren en probeerde met deze grote politieke partijen te beïnvloeden, zodat zij misschien wat meer verbeteringen in het leven van de boeren zouden brengen. Doordat Mao heeft moeten vluchten voor vervolgingen door zijn politieke gedachten over hoe China zou moeten bestuurd worden, heeft hij tijdens zijn vlucht het Rode Leger opgericht

    (samen met Tsu-Dhe). Het Rode Leger was een guerrilla leger van boeren en arbeiders. Die tegen de Japanners vochten (om hun eigen land te verdedigen) en later in het vervolg van de burgeroorlog ook tegen het beleid van Tsjiang Kai-Sjek waren. Mao wist in 1935 definitief de macht in de partij te veroveren. De CCP wist in 1937 de invloed op het platteland zo uit te breiden dat vele boeren gehoorzaamden. In Ya´an werd de basis gelegd voor de bestuurspraktijken waarmee de CCP uiteindelijk heel China zou besturen. Toen in 1939 de Japanners China wilden veroveren kwamen de communisten in een benarde positie. Ze hadden plotseling twee vijanden, vanuit het westen werden ze aangevallen door de nationalisten terwijl uit het oosten de Japanners optrokken. In 1939 moesten, onder druk van de Sovjet-Unie, de nationalisten en communisten samenwerken om de Japanners uit China te verdrijven. De communisten waren gevestigd in het oosten waardoor het Rode leger de Japanners meteen met alle mankracht kon aanvallen. Stad voor stad werden de Japanners verder teruggedreven. Elke stad die de communisten bevrijdden werd een communistische stad. De nationalisten rukten op via het zuiden. De Japanners hadden nu dezelfde druk als de communisten in het begin hadden. De Japanners konden niet lang stand houden vooral toen Stalin ook Russische troepen naar het front stuurde. Nippon (keizer van Japan) moest zijn troepen uit China terugtrekken. Stalin wilde dat er in China (net als in de Sovjet-Unie) de communisten aan de macht kwamen. De Russische troepers die in China waren voegden zich bij het Rode leger (natuurlijk in het geheim). Ondanks een mislukte poging van de Amerikanen om de communisten en de nationalisten vrede te laten sluiten begon het vervolg op de burgeroorlog. De communisten waren veruit in de meerderheid. Ze verdreven Tsjjang Kaj-Sjek (nationalistische leider) naar Taiwan.

    Nadat de overwinning van de burgeroorlog daar was werd Mao staatshoofd van de Volksrepubliek China. Om China communistisch te krijgen zijn er veel doden gevallen misschien wel te veel.

  • Linda

    Hoofdstuk 3

    China onder Mao

    Al tijdens de burgeroorlog waren de communisten in China begonnen met de landhervormingen, en ook nadat Mao in 1949 aan de macht was gekomen gingen ze daar mee door. Tussen 1954 en 1956 werd de landbouw gecollectiviseerd. Groepen van 200 of meer families werkten op en beheerden de collectieve boerderijen. De industrie werd genationaliseerd, en er werden Vijfjarenplannen zoals die in de Sovjet-Unie gebruikt werden ingevoerd. Deze maatregelen leken succesvol, maar dat was slechts schijn.

    In 1954 werd in de Grondwet opgenomen dat de Communistische Partij (de CCP) haar macht moest delen met andere partijen en groepen, maar in werkelijkheid is dit nooit gebeurd en voerde de CCP een dictatuur uit.

    In 1956 lanceerde Mao de campagne “Laat honderd bloemen bloeien, laat honderd ideologieën wedijveren”. Hierin mochten mensen zogenaamd kritiek leveren op het systeem en de manier waarop het uitgevoerd werd, maar dat liep al snel uit de hand, waardoor alles teruggedraaid wordt, en mensen gearresteerd werden. Dat was achteraf ook het doel geweest van de campagne, want nu alle tegenstanders gearresteerd waren en vastzaten kon Mao gemakkelijk de volgende campagne lanceren: de Grote Sprong Voorwaarts (1958). Dit was een campagne die als doel had het niveau van de economie omhoog te brengen, en het socialisme in China te vervangen door het communisme. Dat betekende dat de collectivisatie nog verder doorgevoerd werd. Niet alleen de langbouw, maar ook de industrie vond voortaan plaats in collectieve bedrijven. De industrie werd verplaatst naar de dorpen, waar voortaan in enorme communes (collectieve boerderijen) van rond de 2000 gezinnen werd gewerkt. Deze communes vormden een politieke en economische eenheid, en moesten zelf zorgen voor collectieve goederen als ziekenhuizen, scholen en openbare diensten. De inkomens werden binnen de communes gelijk verdeeld, maar konden dus wel per commune verschillen. Deze campagne is volledig mislukt omdat Rusland zijn steun aan China stopzette door een aantal meningsverschillen over het communisme, en tegelijkertijd met de lancering van de Grote Sprong Voorwaarts brak de ergste hongersnood in jaren uit.

    In 1958 moest Mao, nadat zijn reputatie door het mislukken van de Grote Sprong Voorwaarts ernstig aangetast was, een aantal belangrijke functies binnen de partij afstaan aan Deng Xiaoping en Liu Shaoqi.

    Mao ging op zoek naar nieuwe middelen, en in 1966 kwam hij met de Culturele Revolutie. Het doel hiervan was de gevestigde partijorde te verwijderen. De zogenoemde Rode Gardisten (fanatieke studenten of middelbare scholieren) oefenden een ware terreur uit. Aanvankelijk leverden zij kritiek op hun scholen en leraren, later bekritiseerden zij plaatselijke leiders of zetten hen zelfs af, ze klaagden iedereen aan die ze als verrader zagen, verbrandden boeken. In 1968 waren er botsingen tussen de Rode Gardisten onderling en tussen de Rode Gardisten en het leger. Het Volksbevrijdingsleger stelde orde op zaken. De Culturele Revolutie ging echter op dezelfde wijze door tot 1976, wanneer Mao sterft, en had grote gevolgen voor de Chinezen. Iedereen liep het risico door de Rode Gardisten aangeklaagd te worden en dan was je niet alleen je plaats in de gemeenschap kwijt, maar de Rode Gardisten gingen vaak ook niet bepaald zachtaardig om met de gevangenen. Bovendien kozen zij vaak vrijwel willekeurig mensen uit, vaak ging het er helemaal niet om wat je gedaan had.

    In 1969 leidde een grensgeschil met de Sovjet-Unie bijna tot een oorlog, maar het liep uiteindelijk toch nog goed af. In 1971 werd communistisch China eindelijk lid van de VN Veiligheidsraad, tot dan toe had Tsjang Kai-Sjek de Chinese zetel gehad omdat de VS dat zo wilde. De banden met het westen werden op politiek gebied aangehaald, maar in ruil daarvoor vroegen de westerse landen ook economische banden. China ging in op dat verzoek, en de betrekkingen met het westen werden beter.

    In 1975 kwam Tsjo En-Lai, een belangrijke man binnen de partij die alle onrust binnen de CCP had overleefd, met de Vier Vernieuwingen. Deze vernieuwingen hielden in dat de landbouw, industrie, wetenschap en technologie gemoderniseerd zouden moeten worden, waarbij de nadruk moest liggen op de laatste twee. Om deze modernisaties mogelijk te maken moest men beginnen met een reorganisatie van het leger.

    Lin Biao werd in 1969 officieel als opvolger van Mao aangewezen, maar er waren meer mensen en groepen die de macht wilden. Lin ging zich hierdoor echter arrogant gedragen, en de weerstand tegen hem nam alleen maar toe. In 1971 stierf hij onder verdacht omstandigheden, en toen was het dus nog niet duidelijk wie de opvolger van Mao moest worden.

    Toen Mao in de zomer van 1976 stierf, was nog steeds niet duidelijk wie de nieuwe leider van de Chinese Communistische Partij zou worden.

  • Linda

    Hoofdstuk 4

    China onder Deng Xiaoping

    Ne de dood van Mao waren er in China 2 groepen die de macht wilden. De eerste groep waren Deng Xiaoping, Hoe Jaobang en hun aanhangers, die het beleid van Tsjo En-lai voort wilden zetten en economische hervormingen door wilden voeren. De tweede groep was de zogenaamde Bende van Vier, die een voortgang van de Culturele Revolutie, een klassenstrijd en meer aandacht voor opleidingen wilden. Zij werden gesteund door Mao toen hij nog leefde. Verrassend werd echter Hoea Kwo-Feng partijvoorzitter. Hij liet de Bende van Vier arresteren, en gaf Deng zijn plaats binnen de partij terug, die hij even daarvoor was kwijtgeraakt. Ondertussen vergrootte Deng op de achtergrond zijn macht, en werd in 1978 vice-premier en plaatsvervangend voorzitter. In 1981 werd Hoea definitief weggestuurd, en namen Deng Xiaoping, Hoe Jaobang en Zhao Ziyang de macht over. Van die drie was Deng veruit de belangrijkste.

    Het beleid van Deng had 3 hoofdpunten. Ten eerste wilde hij een voortzetting van de Vier Vernieuwingen van Tsjo, ten tweede wilde hij economische hervormingen doorvoeren en met een ‘verantwoordelijkheidssysteem’ gaan werken. Hij dacht dat als boeren geld konden verdienen door te produceren, dat ze dan ook meer zouden produceren. Dat is dus een kapitalistisch element en in strijd met het communisme. Ook Lenin heeft dit gebruikt in Rusland, ten tijde van de NEP, en dat was mislukt en later dan ook weer teruggedraaid. Toch wilde Deng hetzelfde idee in China toe gaan passen. Ten derde wilde Deng een ‘opendeurpolitiek’ voeren; hij wilde een samenwerking met het westen, en culturele en academische uitwisselingen.

    In december werd er in China geroepen om een Vijfde Vernieuwing. Hiermee werd bedoeld een grotere vrijheid en meer democratie. Het idee hierachter was dat democratie zou leiden tot een beter socialisme. De leiders van de campagne werden gearresteerd. Ondanks de protesten hebben de hervormingen van Deng de levensstandaard van de Chinezen toch verhoogd.

    In 1986 wil Deng hervormingen volgens Sovjetvoorbeeld doorvoeren. Daar is inmiddels Gorbatsjov aan de macht gekomen, en die kwam met de glasnost en perestrojka. Deng wil dus een zeer geleidelijke overgang naar democratie, hoewel het niemand echt duidelijk was wat hij daarmee bedoelde. Aan het eind van de jaren '80 ondervond Deng dan ook steeds meer weerstand. In december 1986 en januari 1987 zijn er studentendemonstraties. Hoe Jaobang kan deze niet onder controle krijgen, en wordt afgezet.

    In 1988 mochten fabrieken zelf hun prijzen vaststellen, en hun producten verkopen op een vrije markt, maar toen dat tot een enorme inflatie leidde kwamen er toch weer prijscorrecties, wat natuurlijk een gezichtsverlies betekende.

    In april 1989 werd de dood van Hoe Jaobang bekend gemaakt, dat was voor studenten aanleiding om te discussiëren over de problemen in China. Zij komen samen op het Plein van de Hemelse Vrede, en bezetten het Plein zelfs. Ze bieden een petitie aan aan de leiders, met daarin 7 eisen: het zuiveren van de naam van Hoe Jaobang, de terugkeer naar vroegere campagnes, het bekendmaken van de salarissen en het bezit van de partijleiders, vrije meningsuiting en een vrije pers, meer geld voor onderwijs, hogere lonen voor leraren en andere intellectuelen en tenslotte het recht op demonstratie. Deng ging niet op deze eisen in. Op 4 mei hielden de studenten een massademonstratie om de studentendemonstratie van 4 mei 1919 (de Vierde Meibeweging) te herdenken. Ze bieden een nieuwe petitie aan aan de leiders, en toen ze daar geen antwoord op kregen gingen een aantal studenten in hongerstaking.

    Tijdens de studentendemonstratie, van 15 tot 18 mei 1989 bezocht Gorbatsjov Peking. Hoewel het bezoek doorgong, werd het programma zo gewijzigd dat Gorbatsjov geen enkele keer in de buurt van het Plein van de Hemelse Vrede kwam.

    Op 20 mei 1989 kondigt Li Peng de staat van beleg af, wat inhoudt dat demonstraties verboden zijn. Ook laat hij Peking omsingelen door het leger. Het helpt niet, de studenten blijven waar ze zijn. Tenslotte veegt in de nacht van 4 juni het leger het Plein hardhandig schoon. Naar schatting zijn er 1000 doden gevallen, maar dat aantal kan veel te laag geschat zijn. Ook werden veel studenten hardhandig opgepakt. De onrust houdt enkele dagen aan en er is angst voor een burgeroorlog in China.

    In december 1989 wordt (ironisch genoeg) een van de belangrijkste eisen van de studenten toch nog waarheid: Deng doet afstand van het leidersschap. De Volksrepubliek bestaat dan juist 40 jaar, dat is 2 maanden daarvoor nog uitgebreid gevierd op het Plein van de Hemelse Vrede (slechts enkele maanden na het bloedbad!).

  • Linda

    Hoofdstuk 5

    China na Deng Xiaoping

    De eerste grote leider na Deng Xiaoping was Jiang Zemin. Hij kwam aan de macht in 1993 en gaat waarschijnlijk dit jaar aftreden. Zijn opvolger wordt hoogstwaarschijnlijk Hu Jintao. Jiang Zemin is ook de man die de Olympische Spelen naar China heeft gebracht (Beijing 2008), en dit lokte veel protest uit van mensenrechtenorganisaties. In China worden gelovigen streng vervolgd, een bekend voorbeeld daarvan is de Falung Gong-beweging. De reden hiervoor is dat een godsdienst haaks staat op het communisme, wat atheïstisch is. Ook is er in China een harde bestrijding van onrust in de buitengebieden, zoals bijvoorbeeld in Tibet en Xinjiang. In dat laatste gebied waren er onlusten tussen Oejgoeren en Han-Chinezen, en er woedde een onafhankelijkheidsstrijd. Deze harde aanpak werd vooral gevold nadat in 1994 de Verenigde Staten China op economisch gebied de status van ‘meest begunstigde natie’ had verleend.

    Al vanaf 1985 wordt er in China gewerkt met een systeem van indicatieve planning, en Jiang Zemin is hierop doorgegaan. Boeren mogen bij indicatieve planning kiezen of ze een langdurig contract afsluiten voor leveranties aan staatsinkooporganisaties, of dat ze hun producten afzetten op een vrij markt. Boeren die voor de eerste optie kiezen krijgen wel allerlei voordelen. De grond wordt door de staat aan de boeren verpacht voor een lange tijd, met als gevolg dat de boeren de grond als hun eigendom. Ook kunnen de pachtrechten verkocht worden. Juridisch gezien mag er dan nog collectief grondbezit zijn, in werkelijkheid is dit niet meer zo.

    Jiang Zemin heeft een aantal zogenoemde Speciale Economische Zones ingesteld, hierbinnen vinden experimenten plaats met het kapitalisme. Ze zijn een onderdeel van de opendeurpolitiek. Het doel van de SEZ's is het aantrekken van buitenlandse investeringen voor technologisch hoogwaardige industrieën. De producten van die industrieën zouden dan geëxporteerd kunnen worden, en het geld wat dat opbrengt kan China goed gebruiken. Ze willen dus de economie in die delen van het land ontwikkelen, en dan zou de welvaart uit de SEZ's doorgegeven moeten worden aan de rest van het land, zonder dat het communisme verloren gaat. De Speciale Economische Zones liggen vooral aan de zuidkust. Daar liggen de welvarende voormalige Britse koloniën. China heeft deze overgenomen, maar in hun oorspronkelijke (kapitalistische) staat gelaten. Een voorbeeld hiervan is Hong Kong. De aanpak lijkt te werken, want het aandeel van de industie in het Chinese nationale inkomen is sterk toegenomen.

    De principes van de sociale markteconomie, zoals dit ook wel genoemd wordt, zijn zelfs vastgelegd in de grondwet van 1993. Dit leidde tot ongekend hoge groeicijfers, maar ook tot veel problemen, zoals bijvoorbeeld een hoge inflatie, groeiende inkomensongelijkheid (wat in strijd is met het grondbeginsel van het communisme, namelijk dat iedereen evenveel heeft) en het ontbreken van macro-economische sturingsmechanismen voor de overheid om de economie in bedwang te houden. Dit laatste werd in 1995 zelfs toegegeven door premier Li Peng. Bovendien werkte het één-kind-beleid, dat China al jaren voert, niet goed, en was de bevolkingstoename groter dan verwacht werd.

    In de jaren ‘90 zijn ook de buitenlandse betrekkingen verbeterd, hoewel dit moeizaam gaat. In 1991 hebben China en Groot-Brittannië een akkoord getekend over Hong Kong, maar Hong Kong was ook een reden voor een verslechtering van de relaties tussen beide landen. Ook was Groot-Brittannië duidelijk tegen de kandidatuur van China voor de Oympische Spelen van 2000. Die werden ook niet toegewezen, maar zonder dat de mensenrechtensituatie verbeterd is, kregen ze wel de Spelen van 2008. De betrekkingen met de Verenigde Staten verbeterden nadat China van de VS de status van ’meest begunstigde handelspartner' had verkregen, maar bereikten in 1995 weer een dieptepunt, toen de Taiwanese president Lee de Verenigde Staten had bezocht. Toch werden een grote contracten afgesloten tussen China en Amerikaanse en andere buitenlandse ondernemingen. In november 1995 heeft Jiang Zemin de invoerrechten drastisch gereduceerd. De verhouding tussen China en Japan is nooit echt goed geweest, en is dat nog steeds niet, maar China heeft de Japanse investeringen en leningen nodig, en stelt zich daarom terughoudend op.

    Voorlopig lijkt China een dubbele houding aan te nemen: ze laten kapitalistische elementen toe in hun land, maar tegelijkertijd doen ze er alles aan om het communisme niet te verliezen.

  • Xu

    Heel goed! Lekker scherp.

    Even een paar puntjes:

    Misschien kun je wat meer info vinden over Puyin (de laatste keizer), Sun Yat Sen en het begin vand de Kwomingtang? Dit was een cruciale fase in de geschiedenis.

    De bende van vier was met name de motor achter de Culturele Revolutie.

    De toetreding tot de WTO is wellicht een van de meest belangrijkste punten die je nog niet hebt genoemd. Ook wordt in 2010 in Shanghai de ‘wereld tentoonstelling’ verwacht.

    Wat boeken die je denk ik wel leuk vindt om te lezen zijn:

    'Het prive leven van Mao' geschreven door zijn voormalige lijfarts

    Wat lichter is: Wilde Zwanen bij Jung Chang

    of wat avontuurlijker: China per Trein (Paul Theroux)

    Succes ermee!

  • Linda

    Hoi Xu

    Bedankt voor je opmerkingen, de toetreding to de WTO ben ik inderdaad vergeten! Schandalig….

    Puyin en de Kwomintang, dat zou dan in hoofdstuk 2 hebben moeten staan, wat niet mijn verantwoordelijkheid was, maar ik zal er zeker naar kijken!

    Wilde Zwanen heb ik aleens gelezen, en naar dat boek over Mao ben ik al een tijdje op zoek.

  • Paul

    Tis mooi geworden he!?

    Vooral hoofdstuk 5, ik kan merken dat je mijn informatie hebt gebruikt over Jiang Zemin en 'zijn" Olympische overwinning van 2008! Tja, de WTO-toetreding zou ik er wel even bijnoemen.

    Dat Shanghai de 2010 wereldtentoonstelleng mag houden is overgens nog niet zeker XU, dus daar nog even mee wachten met vermelding in je werkstuk, Linda.

    Natuurlijk hoop ik dat Shanghai de Wereldtentoonstelling mag gaan organiseren, die stad kan dat perfect.

    Fu Guo Xie Quae le

  • Jet

    het prive leven van Mao, onthuld door zijn lijfarts dr. Li Zhisui

    ISBN nr: 90-417-0088-9

    Te bestellen bij iedere boekhandel in NL

    Echt een heel goed boek.

  • Paul

    ja, dat boek heb ik gezelzen.

    Maarja, wie zegt dat de heer Li de waarheid spreekt, is hij subjectief? na de dood van Mao verhuisde hij naar de USA.

    Maar voor de rest wel een aardig boek om te lezen en als je iets meer wil weten over mao Zedong kan dit boek helpen met een verbreding van je kennis over hem.Jet schreef:

    >

    > het prive leven van Mao, onthuld door zijn lijfarts dr. Li

    > Zhisui

    > ISBN nr: 90-417-0088-9

    > Te bestellen bij iedere boekhandel in NL

    > Echt een heel goed boek.

  • Jet

    Oke, ik schrijf “goed boek”, beter kon ik zeggen: Indrukwekkend boek.

    Volgens deze lijfarts eigen zeggen moest hij wel naar de US vluchten anders zou hij opgepakt worden.

    Het blijft altijd de vraag of iets klopt dat een schrijver schrijft. Ik heb het boek “Wilde Zwanen” (verboden in China) laten lezen aan een Engels sprekende Chinese dame in Shanghai. Haar commentaar was dat het een boek vol leugens was over China en de revolutie. Geschreven door een China-haatster met frustraties. Na wat langer met haar gediscussieerd te hebben zei ze wel dat ze geloofde dat er wel dingen fout zijn gegaan… Maar zo fout??? In haar China? Chinezen geloven in hun land en cultuur. En ze lezen of horen niets uit buitenlandse media dus het is wel begrijpelijk dat hun China beeld anders is dan de onze.